Wat doe ik wel!
De adviezen en trainingen die ik geef zijn gebaseerd op formele regels en de doorwerking van informele regels en richtlijnen op het terrein van crisisbeheersing in Nederland. Niet om die per se te volgen, maar om daar – waar dat passend is – bewust van af te kunnen wijken in het belang van de veiligheid.
De training die ik geef bestaat uit vier modules van elk een dagdeel. Die modules kunnen (in company) aaneengesloten of apart gevolgd worden binnen een periode van maximaal een half jaar.
Module 1 gaat over de context van crisisbeheersing: de situatie (incident, crisis, ramp) waarin een of meer vitale belangen van de samenleving dan, daar, in die omgeving en onder die omstandigheden worden bedreigd of aangetast. De deelnemers worden theoretisch bekend met die context door te werken met een aan (in)formele regels en richtlijnen ontleend referentiemodel: de veiligheidsdiagnose.
Module 2 gaat over de functie van crisisbeheersing: het veiligheidsbeleid. De achilleshiel van dat beleid is de relatie tussen sectoren: aparte organisaties die op basis van aparte wetgeving uitvoering geven aan een of meer beleidsdoelen op het terrein van de internationale rechtsorde, nationale rechtsorde, openbare veiligheid en economische veiligheid. De deelnemers worden theoretisch bekend met de rol van sectoren binnen de algemene en functionele ‘bestuurlijke ketens’ bij het voorbereiden op en het verdedigen tegen onveiligheid. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een aan (in)formele regels en richtlijnen ontleend referentiemodel: de beleids- & netwerkdiagnose.
Module 3 gaat over de werking van crisisbeheersing: de (inter)bestuurlijke en (inter)sectorale structuur waarmee gezamenlijk vorm en inhoud wordt gegeven aan gemeenschappelijke ambities bij het (voorbereiden op het) verdedigen tegen onveiligheid. De deelnemers worden theoretisch bekend met die werking via het toepassen van een aan (in)formele regels en richtlijnen ontleend referentiemodel: de proces- & roldiagnose.
Module 4 maakt de deelnemers praktisch vertrouwd (vaardigheden) met het toepassen van de theorie uit module 1, 2 en 3. Daarbij werkt de deelnemer in kleine groepen een of meer cases uit: het, op basis van daartoe te selecteren, te combineren en te waarderen data, met gogme bepalen:
1. wat er bij die casus gedacht moet worden (veiligheidsdiagnose);
2. wat er door wie bij die casus gedaan moet worden (beleids- & netwerkdiagnose);
3. hoe en waarmee dat (nog beter) moet gebeuren (proces- & roldiagnose).
Deze module kan – na het doorlopen van modules 1 tot en met 3 – periodiek herhaald worden binnen de (inter)bestuurlijke of (inter)sectorale OTOTEL-cyclus.
Wat doe ik niet!
De inhoud van mijn adviezen en trainingen baseren op de gemakkelijke waarheid van de organiserende en onderzoekselite over de context, functie en werking van crisisbeheersing. De afnemers van mijn adviezen en trainingen moeten dus tegen een soms ongemakkelijke waarheid kunnen.